Gone with the Pope

De pas vrijgelaten gangster Paul pleegt in Las Vegas een aantal huurmoorden, waarna hij besluit onder te duiken. Samen met wat vrienden vaart hij naar Italië, waar het idee ontstaat om de paus te ontvoeren. Duke Mitchell was een nachtclubentertainer die in de jaren zeventig twee krankjoreme gangsterfilms maakte. De eerste, The Executioner , heeft inmiddels een stevige cultreputatie. Mitchells tweede film lag sinds de opnamen halverwege de jaren zeventig in zijn garage. Er was geen geld om hem af te maken. Na Mitchells dood in 1980 liet zijn zoon de dozen liggen, totdat editor Bob Murawski ( Spider-Man , The Hurt Locker ) toestemming vroeg om de film af te mogen monteren. Hoewel Gone With the Pope bij vlagen hilarisch (slecht) is, kun je de film niet afdoen als olijke seventies camp. Dit is een wonderlijke misgeboorte die nadrukkelijk het stempel van de maker draagt. Wat Mitchell aan talent tekortkwam, maakte hij goed met geestdrift en authenticiteit. De monoloog waarin hij de paus de les leest komt duidelijk uit het hart. Het merkwaardige is: de scène zit in dezelfde film als die waarin Paul en zijn vriend in hun onderbroek een moddervette vrouw bespringen.