Rubber

In de woestijn komt een autoband tot leven. Een bloeddorstig exemplaar nog wel, dat klein begint, met het verpletteren van schorpioenen en petflesjes, maar het gaandeweg op een grotere prooi heeft voorzien: de mens. Het duurt niet lang of het rubberen gevaarte doet met telekinetische kracht het eerste hoofd uit elkaar spatten. Ondertussen worden zijn verrichtingen vanaf een heuvel met de verrekijker gadegeslagen door een groepje nieuwsgierigen. Wie zijn die mensen en en wat doen ze daar eigenlijk? Vervullen ze een eigen rol in het verhaal of zijn het slechts passieve toeschouwers, net als wij in de bioscoop? Rubber is een postmoderne horrorfilm die, naast alle grappenmakerij, ook reflecteert op de relatie tussen publiek en schouwspel. Dat plaatst Dupieux in de hoek van Charlie Kaufman, Spike Jonze en zijn landgenoot Michel Gondry. De film is ook een triomf van kleinschaligheid. Dupieux deed vrijwel alles zelf, en liet een poppenspeler met eenvoudige handbewegingen de band tot leven brengen. Het resultaat is een van de inventiefste en krankzinnigste films van de laatste jaren. Vorig jaar dé hype van Cannes, en terecht.