War of the Arrows

1623, ergens in Korea. Nam-yi en zijn zusje Ja-in ontsnappen als enigen aan een slachtpartij. Ze zoeken hun toevlucht bij een goede vriend van hun vermoorde vader en worden in diens gezin opgenomen. Dertien jaar later is Nam-yi uitgegroeid tot een begaafde boogschutter en Ja-in tot een mooie jonge vrouw, op wie Seo-gun, zoon van hun weldoener, een oogje heeft. Dan slaat het onheil toe: troepen uit Mantsjoerije vallen Korea binnen en ontvoeren Ja-in. Nam-yi en Seo-gun zetten alles op alles om haar uit handen van de wrede bezettingsmacht te redden. Op het gebied van non-stop-actie levert War of the Arrows precies wat je mag verwachten. Tijdens de vele achtervolgingsscènes jaagt regisseur Kim Han-min, met flitsend camerawerk en een dito montage, het tempo op tot adembenemende hoogte. Rust kent de film alleen als Nam-yi zijn boog aanspant en het krakende geluid van hout voorafgaat aan het afschieten van alweer zo’n dodelijk doeltreffende pijl. Wanneer de belangrijkste spelers aan het slot samenkomen, is het tijd voor een finale waarvoor spaghettiwestern-maestro Sergio Leone zich niet zou hoeven te schamen.