Rurouni Kenshin

1890. Japan heeft zich nog maar net ontworsteld aan de tijd van de warlords en samoerai. Battosai vocht vijftien jaar geleden mee in de laatste oorlog, maar wil niet langer doden. Onder zijn nieuwe naam Kenshin zwerft hij net als veel andere ex-samoerai door het land. Dan ontmoet hij de eigenaresse van een dojo, de lieftallige Kaoru; straatvechter en mysterieuze jonge vrouw in één, die uit de villa van zakenman Kanryu is ontsnapt. Gezamenlijk nemen ze het op tegen Kanryu, die in de nieuwe tijd vooral kansen ziet om snel rijk te worden met opium. Rurouni Kenshin is gebaseerd op de razend populaire gelijknamige manga van Nobuhiro Watsuki. Regisseur Ohtomo blijft de bron trouw door de afwisseling van krachtige kleuren en scherp zwart/wit, en het gebruik van strak gesneden close-ups. Net als in de strips is het de afkeer van geweld die het hoofdthema van de film vormt. Kenshin onderscheidt zich van zijn alter ego Battosai doordat hij het geweld heeft afgezworen. Dat neemt – gelukkig – niet weg dat Ohtomo’s zeer vermakelijke avonturenfilm eindigt met maar liefst vier vechtscènes waar de stukken vanaf vliegen.