Scabbard Samurai

Samoerai Kanjuro wordt gearresteerd wegens landloperij en krijgt dertig dagen de tijd om een zojuist wees geworden prinsje weer aan het lachen te maken. Aanvankelijk raadt zelfs zijn dochterje hem aan om uit schaamte zelfmoord te plegen, maar gaandeweg verwerft de almaar falende sukkel de sympathie van iedereen, zijn dochter, zijn bewakers en de dorpsbewoners incluis. Nu dat prinsje nog… Op de kolderieke proloog en ontroerende epiloog na, bestaat het verhaal van Scabbard Samurai uit een ad absurdum doorgevoerde herhaling van zetten. Dat wil zeggen: dertig keer probeert Kanjuro het prinsje op een andere manier aan het lachen te maken, van het naar binnen slurpen van een noedel door een neusgat tot het zich laten afschieten als menselijke kanonskogel. En terwijl al Kanjuro’s pogingen keer op keer mislukken, krijgt regisseur Hitoshi Matsumoto ( Dainipponjin, Symbol ) de toeschouwer natuurlijk wél aan het lachen. Maar Kanjuro’s stoïcijns ondergane martelgang heeft ook iets aandoenlijks heroïsch. Het slot is even hartverscheurend als onverwacht als onvermijdelijk. En zo weet Matsumoto op briljante wijze klucht met oprechte emotie te verbinden.